Death valley is een van de warmste plekken op aarde. Dat merk je meteen. Droog en zinderend. En het is pas lente.
We hebben een hike uitgezocht van een paar kilometer door zandcanyons. Rugzak vol met water. Je moet hier uitkijken voor flash floods. Als het dan een keer regent, dan stort al het water door dit canyonsysteem naar beneden en sleurt vanalles mee.
Het is lente. En dus behoorlijk groen in de Valley. Voor Death Valley dan. We wandelen eerst op de Red Cathedral af, onderlangs Manly Beacon. Links van ons zien we nog op hoogte een uitkijkpost waar verdacht veel wandelaars staan. Sirée heeft accuut geen zin in de optionele extra side-tour die daarheen gaat. Wandelaarssnelwegen trekken haar niet.
Na Death Valley gaan we naar de Grand Canyon. Onderweg kom je langs de Hoover dam. Het water staat in lake Mead beduidend lager dan ooit.
We rijden door naar Grand Canyon national park. We kamperen vanavond op Mather campground. Dat is bovenaan de South Rim van de Canyon. Bij aankomst springen wij blij in ons Death Valley t-shirt uit de auto, en even snel weer terug. Het is hier 's nachts rond het vriespunt. Dat hadden we thuis gelukkig al gezien, dus we hebben winterjassen, mutsen, sjaals en handschoenen mee. En een donsgevulde mummy slaapzak en onze twee dekbedden.